Wild op het menu: doen of niet? 

Auteur: Thijs Jacobs
F&B 17 oktober 2017
Wild op het menu: doen of niet? 

Bij wild denkt men aan de Veluwe en de Achterhoek. Prachtige regio’s, waar herten en wilde zwijnen de ruimte hebben om hun eten bij elkaar te scharrelen. Totdat ze tegen de loop van een geweer lopen natuurlijk. Wat dat betreft heeft ieder nadeel zijn voordeel, want restaurants en hotels in de regio passen vanaf medio oktober de menukaart aan om wild te kunnen serveren. Hotel Avenarius in Ruurlo is een ‘hotspot’ in de regio met betrekking tot wild. 

DOWNLOAD GRATIS DE NIEUWSTE EDITIE VAN HOSPITALITY MANAGEMENT

Henrike Lobbes is eigenaar van Hotel Avenarius in Ruurlo en hotel 's Gravenhof in Zutphen. Volgens de directrice is wild uiterst belangrijk voor haar hotel-restaurants: "We promoten al jaren het eten van wild in de Achterhoek. Inmiddels hebben we een 'steady' groep van gasten die speciaal voor de wildgerechten naar onze restaurants komen. Wist je dat wel tachtig procent van de menukaart bestaat uit wild tijdens de wildperiode?" Deze loopt van 15 oktober tot ongeveer eind januari. 

De smaak van duif
Het eten van wild is volgens Henrike wel voor iedereen weggelegd, maar er moet een opbouw zitten in het menu. "Ik raad beginnende wildeters nooit aan om te beginnen met duif. Dit vlees heeft immers een zeer specifieke smaak. Zij kunnen beter starten met een stukje wild zwijn, waarna je de duif prima kunt proberen als tussengerechtje. Wild moet je leren eten, vanwege de sterke geur en smaak. Een goede opbouw is belangrijk om de smaken te leren waarderen."

Belgen houden van wild
In de Achterhoek is het eten van wild niet ongebruikelijk, voor 'westerlingen' is het dat wel. Zij trekken steeds vaker naar het oosten voor het seizoensproduct. "Niet alleen de gasten uit het westen zien we steeds vaker, maar ook gasten uit Limburg en zelfs uit België. De Belgen waarderen de beleving die door ons wordt gecreëerd. Bij onze zuiderburen wordt wel wild gegeten, maar volgens mij serveren wij in Nederland meer 'groot wild' en voegen we beleving toe door het verhaal. Je ziet hier overdag jagers lopen door de velden en dat maakt van het eten van wild iets bijzonders. Het is wel jammer dat we het wild hier niet zelf mogen prepareren, vanwege de regelgeving, maar onze chef is fantastisch bezig met lokale seizoensproducten. Hij zoekt zelf paddenstoelen en vossenbessen, waarvan hij heerlijke jams en currants maakt. Dat maakt het helemaal af."

Top drie
Duif is dus lastig voor beginners. Welke wildsoorten vinden we terug in de top drie bij Avenarius? "Hert staat op één, gevolgd door haas en zwijn. Dat zijn redelijk toegankelijke smaken en deze wildsoorten zijn in onze regio goed vertegenwoordigd." Voor de hotelier die met wild wil starten op het menu is het dus raadzaam om bij deze toegankelijke smaken te blijven. Enkel duif op het menu schrikt beginnende wildeters immers af. 

Acht tips bij de bereiding van wild

1. Niet te moeilijk
‘Beginners’ op het gebied van wild raden we een hertenbiefstuk of fazantfilet aan. De smaak van deze vleessoorten is immers niet al te sterk en te ‘moeilijk’. Deze soorten zijn mild van smaak en bovendien eenvoudig te bereiden.

2. Puur
Houd de bereiding puur. Eenvoud is essentieel bij bereiding van wild. De typerende wildsmaak komt zodoende het beste tot zijn recht. Laat marinades achterwege. Sauzen worden liefst apart geserveerd.

3. Bak aan in de pan
Door het vlees om en om aan te bakken in bruisende boter krijg je een mooie bruine kleur. Een biefstuk is daarna klaar om te serveren, grotere stukken vlees moeten nog nagaren. Afmaken met peper en zout is voldoende.

4. Langzaam garen
In een pan of in een oven (in de braadslee) kan het wild na het aanbakken de juiste garing verkrijgen. Langzaam garen is belangrijk; zo houd je het vlees mals.  

5. Rusten
Laat het vlees 10 minuten rusten onder aluminiumfolie na garing. Je kunt het ook op 30 graden in de oven laten rusten. Het vlees ‘ontspant’ en de sappen verdelen zich over het vlees. 

6. Kernthermometer
Gebruik een kernthermometer. Voor rood vlees houd je een kerntemperatuur van 55 tot 60 graden Celsius aan, bij gevogelte met rood vlees is dat eveneens 55 tot 60 graden. Voor gevogelte met wit vlees houd je 60 tot 70 graden Celsius aan.

7. Lekker sudderen
Bouten kun je langzaam laten sudderen. Wanneer je ganzenvet gebruikt, blijft het vlees heerlijk mals. Het vlees moet onder het vet blijven staan op een lage temperatuur (80 tot 90 graden). Laat het een uur of vier sudderen. De oven is geschikter dan een pan, vanwege de temperatuurcontrole. 

8. Garneren
Producten van het seizoen begeleiden het wild het beste. Denk hierbij aan pompoen, pastinaak, spruitjes of bietjes. Maar ook een stamppotje, pasta of paddenstoelen misstaan niet. Probeer ook eens een compote van cranberries om een fruitige ‘touch’ aan het gerecht te geven. 
 

Overig nieuws